In onze omgeving zien wij veel zwanen, vliegen, zwemmen, kletsen met elkaar, jongen opvoeden en leren vliegen, erg leuk om te zien. Klik op de foto’s om ze groter te kunnen zien, daarna kun je de pijltjes op je toetsenbord gebruiken. Voor een tablet of smartphone, tik in de foto en er verschijnt links en rechts een pijltje om op te klikken.
We hoorden van een boer het volgende verhaal:
Op de landerijen zie je soms grote groepen zwanen. Veel zwanen worden er verjaagd totdat er een paartje over blijft. Dat paartje mag broeden en jongen krijgen en ze opvoeden. Die jongen zorgen ervoor dat er geen andere zwanen op het land bijkomen, daar de ouders die andere zwanen wegjagen, ze zien ze als gevaar voor hun eigen kroost. Dus een koppeltje zwanen op het land is prima.
De zwaan op de foto’s hieronder laat een perfecte landing zien, maar dat kun je niet zomaar hoor, dat moet je leren. Verderop de pagina laten we een gezin van 8 zwanen zien, van jong tot bijna volgroeid. Ze zwemmen, eten, badderen en leren vliegen van hun ouders. Erg leuk om te volgen.
We kwamen er gaandeweg achter dat de zwanen meestal tussen 8 en 9 uur ’s ochtends hun vlieglessen hadden. Dus ging ik een keertje vroeg op pad en maar hopen dat je het mee gaat maken. Dat ze starten met vliegen. Helaas mocht het niet zo zijn. Na lang wachten kwamen ze aan zwemmen maar ter hoogte van mij zwommen ze door. Toen ik terug liep hoorde ik ze verderop starten om te vliegen, en waar was dat…… juist bij ons huis. Maar ik zag wel de zon prachtig opkomen, dat dan weer wel.
Het is wel heel erg leuk om te zien, hoe ze proberen te vliegen en maar niet los komen van het water, dat gaat met veel lawaai en gespetter. En het grappige is, zo zie je ze rustig zwemmen en dan begint er eentje aanstalten te maken om te gaan vliegen. Dan volgt er een tweede en daarna de rest. Het gaat gepaard met een hoop lawaai en veel waterverplaatsing. Het is elke keer weer genieten.
En dan lukt het ze om van het water los te komen. Eerst korte stukken maar dan steeds verder, alles boven het water, want stel je voor dat je het niet vol houdt. Maar dan zien we ze toch aan het einde van de sloot boven land gaan en even later vliegen ze een rondje. Elke keer als we ze langs horen komen rennen we naar buiten in een poging hun landing vast te leggen. Als ze landen is dat iets verderop dus zien we ze vaak van achteren landen.
Tussen het vliegen door moet er ook worden gebadderd en uitgerust. Want die vlieguren hakken er natuurlijk best wel in. Wat ons ook op valt is dat de zwanen zo gezellig met elkaar kunnen babbelen, het is af en toe een gekwetter van jewelste. Vooral als er eens een zwaan alleen gevlogen heeft, dan heeft-ie bij terugkomst veel te vertellen. Het badderen is ook met veel lawaai en druppels. Ze liggen plat op het water en slaan flink met hun vleugels op en in het water, zodat de druppels over hun heen vallen, ze kantelen zichzelf ook onder water, vooral de hals, want het lijf krijgen ze met geen mogelijkheid onder water. Dan strijken ze met hun lange nek naar achteren toe over hun veren. Af en toe slaan ze dan de vleugels uit. En daarna gaan ze aan land om zich droog te poetsen en de veren glad te strijken.
En dan wordt er geslapen en gegeten. Het is overigens zo dat jonge zwanen ongeveer 1 jaar bij hun ouders blijven. In die tijd leren ze alles wat ze als volwassen zwanen moeten weten. Dan worden ze weg gejaagd uit het territorium van hun ouders. Die blijven nl. daar, de jongen moeten zelf een plekje opzoeken. Op een ander veld in de omgeving zien we dan ook veel zwanen bij elkaar, dat zijn waarschijnlijk zwanen van 1 jaar en ouder. Af en toe komt er dus een vreemde zwaan op het land waar ‘ons’ gezin al is. Dat wordt niet getolereerd. De ouders nemen een dreigende houding aan, de vleugels hoog en rond met opgezette veren, het mannetje toont groter dan het vrouwtje. Maar samen weten ze dan de indringer weg te jagen. Hun voeding bestaat uit gras en waterplanten.
Zwanen hebben toch een mooi leven, op z’n tijd een natje en droogje, een beetje zwemmen, wat keuvelen met elkaar en af en toe het luchtruim kiezen, dat kan een stuk slechter. Je ziet ze dan ook vaak relaxed in het water drijven, een zwemvlies naar achteren gestoken boven water, net zoiets als dat wij met onze benen languit liggen
Ze leren ook vanaf het land te vliegen en op het land te landen, want ja, water is natuurlijk niet altijd voorhanden. Dat gaat gepaard met veel ‘lopen’ en struikelend landen. Een zwaan dacht, ik ben te zwaar na al dat tafelen, laat ik maar eens wat ballast vallen. Poepen in vlucht, heet dat dan. haha
En dan kunnen de zwanen zo goed vliegen dat we ze 2 rondjes zien gaan en meer, het blijft een prachtig gezicht. Ook het landen gaat steeds beter. Eerst was het stuntelig, wiebelig met veel gespetter en gefladder van de vleugels. In het begin moest pa of ma dan ook even de kop intrekken als hun kroost daar wilden landen waar zij net dreven. Maar op een gegeven moment laten ze zich keurig zakken, vleugels om wijd en psssssssh, keurig geland. We zijn op een gegeven moment op een strategisch punt gaan zitten, daar waar ze vaak landen na een rondje vliegen en na 1,5 uur werden we beloond met een landing van alle zes de jongen, prachtig om te zien.
En dan opeens zijn ze weg. Geen woosh, woosh, woosh, meer. Geen gekwebbel meer als ze aan komen zwemmen. Gone with the wind. De vier witte en vier bruine zwanen. Alleen hun veertjes lagen nog op het land, daar waar ze hun poetsplek hadden. En die veertjes….. die werden opgepikt door de musjes die er in onze vogelhokjes een lekker warm nestje mee bouwen.